Als je “lichte muziek” professional bent dan moet je, in tegenstelling tot de meeste van onze klassieke collegae, constant bezig zijn met de vraag: “Wie gaat dat betalen, komen er wel genoeg mensen op af?”. M.a.w. na de artistieke keuzes komen al heel snel andere dan artistieke argumenten aan de orde. Als je eigenwijs bent, en dat ben ik van nature, dan is het lekker om met sommige projecten daar “schijt” aan te hebben. Dus niet de vraag: Wie vindt dit mooi? Wie betaalt hiervoor een kaartje? Maar, wat vind ik leuk om te doen, en waar leer ik van. Bij de Stageband is het traditiegetrouw erg ingewikkeld om de begroting rond te krijgen. Hoewel de band van uitzonderlijk hoog niveau is (Stuk voor stuk professionals die wekelijks werken aan innovatief en spannend materiaal), is er maar een heel kleine groep mensen die zich in onze muziek interesseert. En eerlijk gezegd vind ik dat wel een romantisch rock & roll beeld van jazz. Natuurlijk is het lastig dat we zonder subsidie en met heel weinig publiek onze muziek moeten maken, want we hebben nu eenmaal kosten. Maar we doen het wel, en dat heet passie. Meestal verwarren mensen passie met een stelletje kansloze idioten die als een dolle op een veel te hoog volume en zonder enige muzikale kennis en opvatting op een veel te groot podium met hun uiterlijk en presentatie bezig zijn. Maar dat is geen passie, dat is “ego kicken”. Passie is dat je als je van te voren weet dat iets heel veel tijd en geld gaat kosten, zonder dat daar waardering voor is of dat het iets oplevert, toch doorgaat omdat je iets wilt bereiken, iets moois wilt maken. Dat is romantiek en dat is Rock & Roll. De Stageband is Rock & Roll en we gaan steeds meer introvert worden. Gewoon… omdat het niks oplevert. !!